10 om te zien
El Salvador, het laatste te
ontdekken land in een rijtje van 10. Een land dat door de meeste “backpackers” gelaten wordt voor wat het is wegens
(indianen)verhalen die deze bestemming als ‘te gevaarlijk’ benoemen. Als je er
niet hoeft te zijn, dan laat je het maar beter letterlijk links liggen.
Na alle andere landen van
Centraal-Amerika doorkruist te hebben, kon ik niet anders dan ook dit land van mijn
voetafdrukken te voorzien. Maar er was meer… want goede vriend Daan had zich
ondertussen in San Salvador, de hoofdstad, gevestigd om er 6 maanden te werken
voor een NGO. Een reden te meer dus om anderhalve dag te reizen al liftend, per
mini bus, giga bus, taxi en boot, vanuit Belize, de Caraïbische Zee, doorheen
Guatemala om uiteindelijk de grens met El Salvador over te steken.
De Redder
El Salvador is het dichtstbevolkte
land van Centraal-Amerika met haar 7 miljoen inwoners voor een oppervlakte die
ongeveer één derde kleiner is dan die van België. Vooral de hoofdstad is
bijzonder druk: grote wegen, kronkelende bruggen en veel te veel auto’s, kleine
microbussen en de ondertussen bekende grote, oude Amerikaanse schoolbussen
maken van de stad niet meteen de meest rustige en aangename plaats om te
vertoeven. Verkeersregels gelden er amper, de putten in de weg zijn
verraderlijk en gevaarlijk. Bovendien is het er broeierig heet zo onder de
bijeengepakte donkere donderwolken die boven de stad hangen. “El Salvador”,
letterlijk vertaald “De Redder”, en die eer gaat wat mijn verblijf betreft volledig naar Daan en zijn klassebak
op 4 wielen waarmee hij mij foutloos doorheen de drukke straten van San
Salvador loodste. Liever hij dan ik.
Het was ook hij die me zei: “Je
hoeft je niet al te veel zorgen meer te maken, want het aantal moorden per dag
is de afgelopen twee maanden gedaald van 14 naar 5”. Geen zorgen... allemaal
goed en wel, maar toch voelde ik me nog steeds niet helemaal op mijn gemak. Niet
dat ik me echt angstig of onveilig heb gevoeld, ik had meer het gevoel dat ik
op sommige plaatsen gewoon niet hoorde en het feit dat iedereen me overal
gezien had me dat eerder van een onbehaaglijk gevoel voorzag.
Ik vermoed dat het vooral de
negatieve verhalen zijn die de ronde gaan die je onrustig maken, want ik kan
niet anders dan vaststellen dat El Salvadorianen echt bijzonder vriendelijke
personen zijn en ten allen tijde bereid zijn je te helpen. Dat deze gesprekken
en de hulp van personen van het mannelijke geslacht meestal eindigde naar de
vraag van mijn telefoonnummer en of ik
hun Facebook vriend wilde worden, moest ik er dan maar bij nemen.
Hoe het allemaal exact in elkaar
zit, weet ik niet precies. Daarvoor weet ik te weinig af van de
voorgeschiedenis en de socio-culturele context van het land. De onrust heeft in
ieder geval te maken met rivaliserende bendes die elkaar het leven
bemoeilijken. Drugs, illegale praktijken, eer en corruptie hebben er ook mee te
maken. Het zijn in de eerste plaats niet toeristen die hoeven te vrezen. Het
gaat in de meeste gevallen om afrekeningen tussen de bendes. Wat je ervan merkt
is dat mensen op hun hoede zijn en dat de sfeer in het centrum van de stad
eerder grimmig is. Boodschap van Daan wanneer we voor een rood licht stonden in
het centrum was dan ook “raampjes dichtdraaien!” waarna we wanneer het licht op
groen sprong ze puffende en kreunend onder de hitte weer open draaiden. Ook overal
zie je bewakers met bijzonder grote wapens, zelfs aan de ingang van de bar waar
je even een pintje gaat drinken.
Regen
Het regenseizoen begint in
Centraal-Amerika in mei. Tijdens mijn laatste drie weken aan de andere kant van
de Oceaan heb ik dan ook meer regen gezien en gevoeld dan in de voorgaande 7
maanden samen. Donderknallen waren nooit
eerder zo luid en tegelijk liep het zweet als een vrolijke riviertje over mijn
rug, want wat was het zwoel en drukkend warm. Daan moest tijdens de week werken
wat betekende dat ik er enkele dagen zelf op uit trok. Busverbindingen van de
ene plek naar de andere gaan gepaard met bijzonder veel overstappen en een
dosis geduld en een onvermijdelijke verhoging van je pijngrens wat betreft je
tere staartbeentje: bussen zitten overvol, de beschikbare zitruimte is behoorlijk
miniem, het lawaai dat ze maken kan niet anders dan schadelijk zijn voor je
trommelvlies (en wij maken in België dan heel der rellen over de decibels en
gehoorschade) en de vele stops om passagiers in en uit te laden zorgen niet
bepaald voor een razendsnel tempo. Maar goed, uiteindelijk brengen deze giants
je wel weer naar onvergetelijke en adembenemend mooie plekken.
Zo aanschouwde ik alweer
oneindige bergflanken, een impressionant stuwmeer, piekten vulkanen opnieuw hoog boven het landschap uit
en waren de dorpjes langsheen de “Ruta de Las Flores” (hoewel de bloemen die
talrijk zouden bloeien langsheen deze weg helaas niet in bloei stonden) koddig
en kleurrijk.
De eenzame filmster
Laagseizoen en de slechte
reputatie van het land die leeft onder avonturiers, trekken maar weinig
toeristen aan. Nooit eerder kwam ik zo weinig dappere reizigers tegen, vaak was
ik de enige logé in de hostels. En dat was ik niet gewend. Heerlijk rustig, dat
wel, maar wanneer de regen loeihard op het dak klettert en je niet even naar
buiten kan om te ontdekken of een praatje te maken, voel je je behoorlijk op je
eentje.
In de drukke straten, op de
markt, in de kleurrijke dorpen met charmante kasseistraatjes, op de bus in de
shoppingmalls… was ik vaak de enige die er niet uitzag als een inwoner van het
land. Het leek ook alsof mensen niet gewend waren blanke buitenlanders te zien.
Feit dat ik dan nog eens lang was en als maar blonder werd, hielp niet meteen
om ongemerkt mijn gang te gaan. Ik kon me plots even inbeelden hoe filmsterren
zich zouden moeten voelen.
De grave surfer en de avontuurlijke vulkaanbeklimster
Heel anders dan het fijn witte
zand en het azuurblauwe water van de Caraïben, is de kust in El Salvador
bijzonder ruw, de kliffen indrukwekkend diep, het zand donker zwart en de
golven vaak gevaarlijk hoog maar ideaal om je beste surftricks boven te halen.
Zo staat het kustdorpje El Tunco bekend om haar “amazing waves” en behoort het tot
één van ‘swerelds beste plekken voor ervaren surfers.
Hoewel El Salvador me al bijzonder veel moois had laten zien, was ik nog steeds onrustig en op zoek naar de plaats of het moment en een soort van overweldigend “iets” dat me van mijn sokken zou blazen. Het was de beklimming van Vulkaan Santa Ana die van deze onrust kon bevrijden en het wellicht schopt tot meest imposante vulkaanervaring van mijn hele reis. Het was al dagen grijs en regenachtig, maar ik moest en zou mijn kans wagen. Niets anders dan witte mist zagen we tijdens de twee uur durende beklimming. Geen uitzicht over de andere vulkanen of het meer, helemaal niets en dan begon het nog te regenen ook.
En toen, als een wonder, klaarde het plots -zo helemaal uit het niets- gedurende de volledige tien minuten die we boven aan de krater besteedden volledig op. Knal blauwe lucht en een schroeiende zon. En op het moment dat we de terugtocht aanvatten verdween de zon weer en bevonden we ons weer in de dikke mist.
WAAUW.
Dankjewel.
El Salvador is misschien niet
meteen de meest voor de hand liggende bestemming, maar o zo jammer dat het door
velen overgeslagen wordt. De kust, de bergen, vulkanen, grote meren en
overvloed aan groen, de unieke geschiedenis van het land en de gastvrijheid van
de inwoners, wat mij betreft genoeg troeven om dit land te willen ervaren.
En mijn bewondering gaat toch ook
wel uit naar Daan, die toch wel in een getto van de stad als lange blanke man
zomaar even in het lokale leven duikt, ongeacht van de voornamelijk negatieve
verhalen die ons over dit land ter oren komen. Een goeie antropoloog, zeg dat
wel, ondanks het feit dat het leven van de gemiddelde El Salvadoriaan vaak
behoorlijk anders beleefd wordt dan hoe wij het kennen en gewend zijn. Ik
vermoed dat voornamelijk de begrippen “ontspanning” en “vriendschap” – voor ons
toch wel van groot belang en noodzakelijk in het leven- zijn die vaak op een
heel andere manier beleefd worden dan hoe dat wij invulling aan deze zouden
geven.
En toen had ik nog maar plots 3
dagen voor een vliegtuig me van de ene wereld naar de andere zou brengen…
Charlotte x